1. Articles
  2. WEERLEGGEN VAN VERKEERDE OPVATTINGEN
  3. Dialoog tss. een jonge moslim en een atheïst (1)

Dialoog tss. een jonge moslim en een atheïst (1)

3999 2012/08/26 2024/03/28

Alle lof behoort aan Allah.

 

Een dialoog tussen een atheïstische professor en een moslim student .

Het volgende is een vertaling van het boek "Wie is de aap?" om de waarheid van de islamitische overtuigingen over de oorsprong van de mens te bevestigen. Het is een essentieel en noodzakelijk handboek voor iedereen die het concept van de oorsprong van het menselijk leven in de islam wenst te begrijpen, ook voor studenten.

 

Het volgende scenario vindt plaats op een onderwijsinstelling:

 

“Ik zal jullie uitleggen waarom de wetenschap een probleem heeft met God”.......de -ongelovige - professor in de filosofie staat voor de klas, neemt een kleine pauze en vraagt dan aan een van zijn nieuwe studenten of hij wil opstaan.

 

“Jij bent toch moslim, of niet?” “Ja meneer.”

 

“Dus je gelooft in God?” “Absoluut.”

 

“Is God goed?” “Natuurlijk is God goed!”

 

“Is God almachtig; kan God álles doen?” “Ja.”

 

De professor grijnst en denkt even na.

 

“Dan heb ik een vraag voor je: stel je voor dat hier iemand ziek is en jij zou hem kunnen genezen; zou je dat doen? Zou je dat proberen?”

 

“Ja meneer, dat zou ik doen.” “ Dus....jij bent goed?”

 

“Dat zou ik niet meteen zo willen stellen.”

 

“Waarom niet? Jij zou een ziek of gewond persoon helpen als je de mogelijkheid daartoe zou hebben.............dat zouden we in feite allemaal doen.....en God doet dat niet.”

 

(Geen antwoord)

 

“Hij doet dat niet, of wel soms? Mijn broer was moslim en is gestorven aan kanker terwijl hij God in zijn gebeden vroeg hem te genezen. Hoe kan deze God goed zijn? Hmmm? Kun je hier antwoord op geven?”

(Geen antwoord)

 

De oudere man is welwillend. “Je kunt deze vraag niet beantwoorden, of wel?”

 

De professor drinkt wat water en geeft de student tijd om na te denken. Tenslotte moet men in de filosofie een beetje flexibel zijn in de omgang met nieuwe studenten.

 

“ O.k. jongeman, laten we opnieuw beginnen. Is God goed?” “Ehh ......JA.”

 

“Is Satan goed?” “Nee.”

“ Waar komt Satan vandaan?”

 

De student denkt even na en zegt dan: “Van God.” “Ja dat is zo, God creëerde Satan, is het niet?”

 

De oude man strijkt zijn vingers door zijn dunne haren en richt zich tot de grijnzende studenten in het lokaal.

 

“Ik denk dat we dit semester een hoop lol gaan beleven dames en heren.”

 

Hij keert zich weer tot de moslim. “Vertel me, is er kwaad in deze wereld?”

“Ja meneer.”

 

“Het kwaad zit overal, niet? En heeft God niet alles gecreëerd?” “Ja.”

 

“Wie heeft het kwaad gecreëerd?” (Geen antwoord)

 

“Zijn er ziekten in deze wereld? Ontucht? Haat? Verschrikkelijke dingen, bestaan die in deze wereld?”

 

De student voelt zich ongemakkelijk. “Ja.” “En wie heeft dat gecreëerd?”

 

(Geen antwoord)

 

De professor praat ineens harder tegen de student: “WIE HEEFT DAT GECREËERD?

 

VERTEL HET ME ALSJEBLIEF!”

 

De man gaat nu erg dicht bij de student staan en zegt: “God creëerde al het kwaad, is het niet?”

 

(Geen antwoord)

 

De student probeert de stabiele, ervaren blik van de professor over te nemen maar slaagt daar niet in. Als een oude overtuigde panter doorbreekt de docent plotseling voor de klas het tempo.

 

De klas kijkt gefascineerd toe. “Vertel me”...gaat hij verder “ Hoe kan God goed zijn als Hij over de hele wereld kwaad heeft gecreëerd?” De professor zwaait met zijn armen om de slechtheid van de wereld te benadrukken.

 

“Alle haat, wreedheid, marteling, pijn, alle onnodige sterfgevallen en gruwelijkheden, al het lijden over de gehele wereld is gecreëerd door deze goede God....is het niet jongeman?”

 

(Geen antwoord)

 

“Zie je niet dat dit overal plaatsvindt? Hm? Zie je dat niet?”

 

De professor leunt weer voorover naar het gezicht van de student en fluistert:

 

“Is God goed?” (Geen antwoord)

 

“Geloof je in God?”

 

De student verraadt zijn gemoedstoestand en met een gebroken stem mompelt hij: “Ja professor, ik geloof in God.”

De oude man schudt bedroefd zijn hoofd.

 

“Volgens de wetenschap heb je vijf zintuigen om de wereld om je heen te obsereveren en te identificeren. God heb je nooit gezien, of wel?”

“Nee meneer, ik heb Hem nooit gezien.”

 

“Dan vertel ons eens, heb je Hem ooit gehoord? Heb jij jouw God wel eens gevoeld, geproefd of geroken? Welke zintuiglijke waarneming heb je in feite van jouw God?”

(Geen antwoord)

 

“Antwoord me alsjeblief.”

 

“Meneer, ik ben bang dat ik dat antwoord niet heb.” “Je bent bang...dat je dat niet hebt?”

 

“Ja meneer.”

 

“En je gelooft nog steeds in Hem?” “Ja.”

 

“Dat brengt geloof!” De professor lacht wijselijk naar de ondergeschikten. “Volgens het empirisch, testbaar, aantoonbaar protocol vertelt de wetenschap dat God niet bestaat. Wat heb je daarop te zeggen? Waar is jouw God nu?”

 

(De student antwoord niet)

 

“Ga maar weer zitten alsjeblief!”

 

(De student gaat zitten, overdonderd door de schijnbare nederlaag. De hulp van Allah is echter bij de hand en de overwinning staat voor de deur)

 

Een andere moslim die een religieus petje draagt, een baard heeft en dus door zijn verschijning gemakkelijk te identificeren is als moslim, steekt zijn hand op.“Professor, mag ik de klas toespreken?”De professor draait om en lacht. “Ah, een andere moslim in de voorhoede. O.k. jongeman, kom maar en breng wat wijsheid in deze bijeenkomst.”

 

De moslim negeert de sarcastische ondertoon van de professor. Hij kijkt rond, wacht tot hij de aandacht weer heeft van de studenten en richt zich dan tot de professor. “Professor, U heeft een aantal interessante punten opgenoemd. Met uw toestemming professor, zou ik graag elk punt afzonderlijk willen aanpakken. Dit onderwerp moet logisch en wetenschappelijk behandeld worden en niet emotioneel. Het eerste punt is uw basisdoctrine dat God niet bestaat. Het universum ontstond door “the Big Bang” (de oerknal) en door het evolutieproces ontstonden er mensen. Is dat niet wat u gelooft, professor?” “Jongeman, dat spreekt voor zich. Er is voldoende wetenschappelijk bewijs dat het zo is. Waar wil je daar mee zeggen?”

 

“Laat ons niet op de zaak vooruit lopen. Laten we gebruik maken van logica, rede en de juiste wetenschappelijke argumenten. Als inleiding wil ik benadrukken dat ik het woord ‘doctrine’ bewust gebruik, omdat de priesters van de pseudo-wetenschap alleen maar het atheisme als religie bevorderen. Ik heb een vraag voor u, professor. We hebben in deze wereld miljoenen wapens en bommen. Hebt u ooit gehoord dat er spontaan iets van ontploft? Hoewel de ingredienten verpakt zijn, is er tóch behoefte aan een mechanisme om deze tot ontploffing te brengen. Twee factoren moeten aanwezig zijn: ten eerste de juiste ingredienten, met de juiste samenstellingen in een passende omgeving. Ten tweede: iemand die de explosie tot stand brengt; of dat nu gebeurd d.m.v.

 

een lucifer of het overhalen van een pistool, of een electrische vonk. Bijvoorbeeld: als iemand zegt dat hij een pistool in zijn hand had wat van zichzelf afging en iemand neerschoot die naast hem zat.......zou er een wetenschapper zijn die zo’n belachelijke verklaring zou accepteren?”

 

“Natuurlijk niet! Wat wil je daarmee zeggen?”

 

“Toch wilt u ons laten geloven in the ‘Big Bang’; dat er een grote explosie onstond, zonder dat ‘iemand de trekker overhaalde’ of ‘een lucifer aanstak’, of dat er een ‘electrische vonk’ was. Legt u ons dan uit hoe het komt dat er geen kleine ‘oerknallen’ onstaan over de hele wereld zonder externe instantie? Elke wetenschappelijke bewering moet reproduceerbaar zijn om te worden geaccepteerd.”

 

De professor opent zijn mond maar zegt niets.

 

“We weten ook dat het wetenschappelijk onmogelijk is dat zaken zichzelf creëeren. Neem dit houten bureau. Dat ontstond niet uit zichzelf. Een externe instantie heeft dit gemaakt. Zelfs het hout ontstond niet uit zichzelf. Het kwam van zaad dat is geplant en gekoesterd.

 

Het zaad zelf kwam van een bron en kon niet uit zichzelf ontkiemen. Kunt u ons uitleggen hoe de oorspronkelijke materie tot stand kwam; materie die de priesters van de pseudo-wetenschap onstoken tot de oerknal om de eerste levende materie te produceren? En waarom zijn uw priesters niet in staat om dit fenomeen te herhalen in een laboratorium? Professor, u moet toch weten dat elk wetenschappelijk argument reproduceerbaar moet zijn wil het wetenschappelijk geloofwaardig zijn?”

 

“Jongeman, het is naïef om te denken dat we zoiets zouden kunnen doen. De energie die is vrijgekomen bij de ‘oerknal’, daar hebben wij geen vat op, anders hadden we hetzelfde fenomeen wel gereproduceerd.”

 

“Professor, u heeft ons niet verteld wie ons heeft voorzien in de basisbehoeften en u bent niet in staat om ons te vertellen wie er op de knop heeft gedrukt, of de trekker over heeft gehaald, of een lucifer heeft aangestoken toen de oerknal plaatsvond. Waar kwam deze enorme energie -waar u over spreekt- vandaan? Kom, professor. Laat ons er eens wetenschappelijk over oordelen. Ja professor, het vergt heel wat geloof in het doctrinaire onderwijs van de priesters van de pseudo-wetenschap om te geloven in ‘the Big Bang’. Verwacht u nu van ons om de juiste wetenschappelijke principes uit te sluiten en blind te geloven in deze hocus-pocus in plaats van de definitieve wetenschappelijke principes?”

 

(Geen antwoord)

 

“Als u mij toestaat professor, ga ik nu verder met de doctrine van de evolutie zoals bekend gemaakt door de priesters van de pseudo-wetenschap. U bent er zich van bewust dat er geen fossielen zijn gevonden die aantonen dat de mens van de aap afstamt en dat er een constante zoektocht is naar wat men noemt ‘the missing link?”

 

“Ja, maar er is zoveel meer bewijs....”

 

“Het spijt me u te moeten onderbreken professor, u geeft toe dat er geen directe link is. En u moet ook toegeven dat er geen fossielen zijn die duidelijke tussenstappen tonen in de overgang van aap naar mens. En ik weet zeker dat u gehoord heeft over de zgn. ‘Piltdown’ vervalsing professor.”

 

“Piltdown...? Piltdown?”

“Laat me uw geheugen opfrissen professor. Er werden Sommige fossielen ontdekt in een plaats genaamd Piltdown, in Engeland. Deze fossiele overblijfselen toonden alle eigenschappen waar de priesters van de pseudo-wetenschap en het atheïsme naar op zoek waren voor de ‘missing link’ in de keten van de evolutie. De hele wereld werd geleid om dit te geloven en zelfs de sceptici waren ervan overtuigd, totdat ze er zo’n veertig jaar later achterkwamen dat iemand van het wetenschappelijke priesterbroederschap had ‘gesleuteld’ aan de fossielen om ze zo te laten lijken op de ontbrekende schakel . Dit was een grote leugen, een vervalsing, gesmeden door Uw priesters, om te proberen de wereld ervan te overtuigen dat de religie van het atheïsme de waarheid was en dat de mens afstamt van de apen! Als U meer details wilt over deze vervalsing dan kunt U de werken lezen van professor Tobias van Zuid Afrika.”

Het gezicht van de professor verstard. Er komt geen commentaar.

 

“Nu we het toch hebben over vervalsingen professor, weet u wat plagiaat is? Kunt u de klas uitleggen wat plagiaat is?”

 

De professor zegt: “Als men iemands werk neemt en dit presenteert als eigen werk.”

“Correct. Dank u professor. Als u de moeite neemt om eerlijk en waarheidsgetrouw onderzoek te doen, dan zult u zien dat de westerse landen al het wetenschappelijke werk van de moslims hebben gekopieerd, vervolgens hebben uitgewerkt en door hebben gegeven als ‘eigen ontdekkingen’, wat leidde tot de moderne wetenschappelijke vooruitgang. U hoeft mij niet op mijn woord te geloven. Schrijf gewoon naar het ‘Centrum voor studies

 

over wetenschap’, Al-Humera, Mozzamil Manzil, Dodhpur, Aligarh, India en ze sturen U graag alle relevante literatuur op om dit punt te bewijzen.”

 

Inmiddels heeft de klas alle aandacht voor het verhaal van de student en de studenten noteren haastig het adres.

 

“Laten we teruggaan naar de evolutieleer die de priesters van de pseudo-wetenschap hebben aangemoedigd in de wereld. De kern van al hun doctrines is het begrip ‘natuurlijke selectie’. Dit betekent dat soorten zijn aangepast aan veranderingen in het millieu door een wijziging in de morfologie en fysiologie; veranderingen die zij dan doorgeven aan volgende generaties zodat deze kunnen overleven, terwijl soorten die zich niet aan konden passen uitstierven. Het klassieke voorbeeld wat ze geven is dat van de dinosauriërs, die niet konden concurreren met de kleine, meer wendbare dieren die zich op wonderbaarlijke wijze hadden ‘ontwikkeld’. Dus de grotere, langzamere dieren stierven uit terwijl de kleinere dieren overleefden. Ook in de loop van de evolutie verdween alles wat geen nut meer had, zoals staart en klauwen, dit werd vervangen door staartloze soorten met handen die iets vast kunnen houden met als uiteindelijk resultaat de mens. U onderschrijft deze doctrine, is het niet, professor?”

 

De professor twijfelt en geeft vooralsnog geen antwoord.

“Professor! Dit is de hoeksteen van de leer van de evolutie waar uw priesters de onoplettende massa mee heeft gehersenspoeld. Laten we deze pseudo-wetenschap uitdagen met de echte wetenschap. Professor, heeft er ooit een wetenschapper eventuele nieuwe soorten geproduceerd in zijn laboratorium door

 

middel van het controleren en veranderen van de omgeving? Vergeet niet dat de wetenschap alleen materiele doctrines accepteert als ze reproduceerbaar zijn.”

(Geen atwoord)

 

“Natuurlijk niet, ook al zijn er zowaar pogingen ondernomen! Laten we een stap verder gaan: we weten dat de Joden hun mannelijke nakomelingen heel snel na de geboorte laten besnijden. We weten ook dat de besnijdenis werd beoefend in een ononderbroken keten sinds de tijd van Abraham (A.S.) Als gevolg hiervan zijn er bepaalde ziektepatronen veranderd. Elk mannelijk kind met een aangeboren neiging tot bloeden zou zijn gestorven aan dat bloeden en deze ziekte zou niet doorgegeven zijn aan de volgende generatie. U stemt hier mee in, professor?”

 

De professor knikt enthousiast en denkt dat dit een punt in zijn voordeel is.

 

“Dus vertel ons professor, waarom worden joodse kinderen niet geboren zonder voorhuid na duizenden jaren besnijden van alle mannelijke baby’s? Zelfs al zou de gehele voorhuid niet aanwezig zijn, dan zouden er toch tekenen moeten zijn dat de voorhuid steeds kleiner zou worden, volgens de leer van natuurlijke selectie volgens de priesters. Daar moet u het toch mee eens zijn professor?”

 

De professor staart voor zich uit.“Professor, heeft u kinderen?” Enigszins opgelucht over de verandering van het onderwerp probeert de professor zijn vertrouwen weer bij elkaar te rapen. “Ja. Ik heb twee zonen en een dochter.” De professor glimlacht zelfs tijdens het vermelden van zijn kinderen.

 

“Professor, heeft u ze borstvoeding gegeven toen zij baby’s waren?”

 

Enigszins uit het veld geslagen door deze uiteraard domme vraag zegt de professor: “Wat een domme vraag! Natuurlijk niet! Mijn vrouw gaf borstvoeding.”

 

“Professor, hebben uw priesters ooit mannelijke soorten ontdekt die borstvoeding gaven aan baby’s?”

 

“Wederom een domme vraag. Alleen vrouwen kunnen bay’s borstvoeding geven.”

 

“Professor, zonder u uit te kleden ben ik er zeker van dat u twee tepels hebt, net als alle andere mannetjes hebben. Waarom zijn deze niet verdwenen als gevolg van overtolligheid? Volgens de leer van de natuurlijke selectie zouden nutteloze zaken zoals tepels bij mannen al duizenden zo niet miljoenen jaren geleden verdwenen zijn! Professor, ik weet zeker -op basis van goede argumenten en niet op basis van pseudo-wetenschap- dat u het er mee eens bent dat de evolutieleer grote onzin is?”

 

Hier

De moslimstudent richt zich tot de klas met studenten. “In feite kan ik nog verder gaan en zeggen dat wie gelooft dat hij afstamt van de apen wel een aap moet zijn!”

 

Het duurt even voor de klas zijn woordspeling begrijpt, maar al snel bulderen zij van het lachen.

 

Als de studenten zich hebben hersteld, gaat de moslim student verder.

 

Hij keert zich naar de professor en zegt: “Er zitten zoveel gaten in de evolutieleer dat deze lekt als een zeef. Echter, de tijd begint te dringen, ik moet naar de moskee voor het gebed. Dus we zullen nu niet alle mythen gaan behandelen.Laten we verder gaan met het onderwerp dat u heeft opgeworpen:moraliteit.Laten we eerst

 

eens stilstaan bij uw broer die gestorven is aan kanker. Als u boos bent omdat hij gestorven is, dan bent u niet echt slim. Dat de mens -alsmede alle levende materie- zeker zal sterven is een vaststaand feit dat wordt geloofd door alle mensen, ongeacht of ze in God geloven of niet en niemand kan echt bezwaar maken tegen het proces van de dood. Ten tweede moet U niet zo naïef zijn om bezwaar te maken tegen het proces van ziekte, ongeval etc. als opmaat naar het proces van de dood. Uw bezwaar komt voort uit uw misvatting dat ‘goedheid’ bestaat om het lijden te verlichten en dat het veroorzaken van lijden ‘wreed’ is.Indien dit zo is professor, heeft u geen andere keuze dan in te stemmen met dat de wreedste mensen in de wereld de medische onderzoekswetenschappers zijn, die dieren gebruiken voor al hun afschuwelijke experimenten. U moet zich er zeker van bewust zijn dat er duizenden en duizenden dieren zijn gemarteld op verschillende manieren en dat zij miljoenen doodsangsten hebben uitgestaan om bepaalde wetenschappelijke en medische claims te bewijzen of te weerleggen? Zijn deze onderzoekers niet wreed? ”

 

De professor lijkt wat moe te worden. De moslim student loopt naar hem toe en geeft hem wat water.

 

“Professor, ik ga u een andere voor de hand liggende vraag stellen. U bent zich bewust van de examens? Testen die worden gegeven aan de studenten om te kunnen slagen zodat ze bevorderd kunnen worden naar de volgende klas?”

 

De professor knikt alleen maar zijn hoofd. Hij luistert aandachtig. “Een student moet bepaalde dingen opofferen en zelfs zijn ouderlijk huis verlaten om de lessen op een universiteit of hogeschool bij te wonen. Hij moet zich onthouden van alle comfort van thuis, wordt overladen met werk, geeft zijn vrije tijd en slaap op om klaar te zijn voor zijn examens; daarna wordt hij geconfronteerd met moeilijke vragen die hij moet beantwoorden in het examen en hij kan ook stevig aan de tand gevoeld worden

 

in zijn mondelinge examen. En hij moet zelfs de instelling betalen voor dit vreselijke proces! Bent u niet van oordeel dat dit alles te wreed is? Is de professor een ‘goed persoon’ door al het fysieke en mentale lijden waar hij de student in terecht brengt?”

 

“Ik zie niet in wat je bedoelt. De instelling en de professor doen de student een gunst door hem een trainingsproces te geven om zo op zijn specifieke terrein te komen. Slechts zeer kortzichtige personen zouden bezwaar maken tegen het feit dat studenten hun examens moeten maken, ongeacht de offers die ze daarvoor moeten maken.”

 

De moslim student schudt zijn hoofd. “Professor, het is verbazingwekkend hoe u de behoefte aan testen en examens begrijpt wanneer u ze instelt, maar u kunt niet dezelfde wijsheid opbrengen wanneer God testen en examens instelt voor Zijn schepselen. Neem uw broer als voorbeeld: als hij de test van zijn ziekte doorstond en stierf met geloof -wat wij Imaan noemen-dan zal hij rijkelijk worden beloond in het Paradijs voor het lijden dat hij hier onderging. Zozeer zelfs, dat hij zou willen dat hij honderd keer meer te lijden had gehad zodat zijn loon veel groter zou zijn geweest. Een beloning wat geen oog heeft gezien en wat ieders verstand te boven gaat! Helaas, slechts zeer kortzichtige personen en onwetenden zouden bezwaar maken tegen de beproevingen die God geplaatst heeft in Zijn creatie, rekening houdend met de eeuwige beloning die te wachten staat voor diegenen die succesvol zijn.”

 

“Paradijs? Heb jij dit Paradijs aangeraakt, gezien, geroken, geproefd of gehoord? Volgens de regels van het empirisch testbaar aantoonbare protocol zegt de wetenschap dat jouw Paradijs niet bestaat.”

 

“Op dat punt zullen we teurgkomen als God het wil. Laten we doorgaan. Vertel me professor, bestaat er zoiets als warmte?”

 

De professor antwoord. “Ja, er bestaat warmte.” “Bestaat er zoiets als koude?”

 

“Ja, er bestaat ook koude.” “Nee, meneer, dat is er niet!”

 

De professor begrijpt het even niet.

 

De student legt uit: “Er bestaan veel soorten warmte: hitte, super-warmte, mega-warmte of -aan de andere kant- een beetje warmte of geen warmte / hitte. Maar we hebben niets wat we ‘koude’ noemen. We kunnen 458 graden onder nul bereiken -wat geen warmte is- maar we kunnen niet verder gaan dan dat. Er bestaat niet zoiets als ‘koude’, anders zouden we verder kunnen gaan dan 458 graden onder nul. Ziet U, meneer, ‘koude’ is slechts een woord dat we gebruiken om de afwezigheid van warmte te beschrijven. We kunnen ‘koude’ niet meten. Warmte kunnen we meten in thermische eenheden omdat warmte energie is. Koude is niet het tegenovergestelde van warmte, maar slechts de afwezigheid van warmte.”

 

Stilte. Men kan een speld horen vallen in het lokaal.

 

De moslim student gaat verder. “Bestaat er zoiets als duisternis professor?”

 

“Dat is een rare vraag jongeman. Wat is de nacht zonder duisternis? Waar wil je naar toe?”

 

“Dus u zegt dat er zoiets bestaat als duisternis?” “Ja.”

 

“Ik ben het niet met u eens! Duisternis is geen entiteit. Het is de afwezigheid van een entiteit; het is de afwezigheid van licht. Men kan normaal licht, fel licht of knipperlicht hebben. Als men voortdurend geen licht heeft, dan heeft men niets en dit heet duisternis, is het niet? Dat is de betekenis die we gebruiken om het woord te definiëren. In werkelijkheid is er geen duisternis. Als dat bestond, zou men in staat zijn om duisternis op een positieve manier te creëren en duisternis donkerder te maken zodat we het in een doos kunnen aanschaffen. Kunt u voor mij een pot vullen met donkere duisternis professor?”

 

“Zou je het erg vinden ons te vertellen wat je punt precies is jongeman?”

 

“Ja professor, het punt dat ik wil maken om te beginnen is dat uw filosofisch uitgangspunt onjuist is en uw conclusie dus fout is. U bent niet wetenschappelijk maar pseudo-wetenschappelijk!”

Previous article
Steun de Profeet Mohammed websiteIt's a beautiful day