al-foedoel-federatie bij het einde van deze oorlogen, toen de vrede werd hersteld, voelden de mensen de noodzaak van het vormen van een federatie in mekka, voor het onderdrukken van geweld en onrecht en het wreken van de rechten van de zwakken en wanhopigen. vertegenwoordigers van banoe hasjim, banoe al-moettalib, asad ibn ‘abd al-oezza, zahra ibn kilab en taim ibn moerra werden opgeroepen, om bijeen te komen in het huis van een eerbiedwaardige oudere man, genaamd ‘abdoellah ibn djada'an at-taimy om een federatie te vormen, die voor de bovengenoemde zaken zorg zou dragen. kort nadat hij met het profeetschap was geëerd, was de boodschapper van allah s.a.w. getuige van dit verbond en gaf er met deze bemoedigende woorden commentaar op: “ik ben getuige geweest van een confederatie in het huis van ‘abdoellah ibn djada'an. het sprak mij meer aan dan grote kuddes vee. zelfs nu, in de periode van de islam, zou ik zo'n bijeenkomst bijwonen, als ik werd uitgenodigd.” (16) het idee achter deze federatie en het verloop van het overleg daarin, kenmerkte in feite een zich volledig afkeren van de pre-islamitische stammentrots. het verhaal dat tot de vergadering leidde, zegt dat een man van de zoebaid-clan, als handelaar naar mekka kwam, waar hij enkele artikelen verkocht aan al-‘aash ibn wa'il as-sahmy. de laatste probeerde hoe dan ook te vermijden te betalen. de handelaar zocht de hulp van de verschillende clans van de qoeraisj, maar zij schonken geen aandacht aan zijn ernstige verzoeken. hij zocht toen zijn toevlucht op een heuveltop en begon, zo hard hij kon, verzen van beklag te reciteren, die verslag uitbrachten van het onrecht dat hem was aangedaan. vervolgens riepen de partijen uit de eerder genoemde federatie hun vergadering bijeen en slaagden erin het geld van az-zoebaidy uit al-‘aash ibn wa'il te persen.