Search
De status van de Soennah binnen de Islam
De Soennah wordt als de tweede bron van de Islam beschouwd. Allah de Verhevene heeft gezegd: “En herinner jullie wat in jullie huizen wordt voorgedragen van de Verzen van Allah en van de wijsheid (van de Soennah).” [Soerat Al-Ah'zaab (33), aayah 34]
Allah de Verhevene heeft ook gezegd: “En die hen het Boek (de Qor-aan) en de wijsheid (van de Soennah onderwijst.)” [Soerat Al-Baqarah (2), aayah 129]
De meerderheid van de geleerden zijn het er over eens dat de wijsheid in deze Verzen duidt op iets anders dan de Qor-aan, en de geleerden zeggen dat dit de Soennah is; As-Shaafi'ie (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “De wijsheid is de Soennah van de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem).”
Deze woorden werden ook overgeleverd via Yah'yah ibn Abie Kathier, en Qataadah, en hierover bestaat geen twijfel. Want Allah heeft dit laten volgen op het Boek, en dit wil zeggen dat de wijsheid hier iets anders wil zeggen dan het Boek. En dit kan niets anders dan de Soennah zijn.
Het is omwille van deze reden dat Allah Ta'ala ons oplegt Zijn boodschapper (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) gehoorzaam te zijn. Allah de Verhevene heeft gezegd: “En datgene de boodschapper jullie geeft neemt het, en datgene hij jullie verbiedt, onthoud jullie daarvan.” [Soerat Al-H'ashr (59), aayah]
En Allah de Verhevene heeft hem geprezen, met Zijn woorden: “Hij beveelt hen het goede aan, en verbiedt hen het slechte, hij staat hen de goede zaken toe en verbiedt hen het slechte.” [Soerat Al-A'raaf (7), aayah 157]
En Allah de Almachtige gebood om Zijn boodschapper (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) te gehoorzamen en zegt: “...en gehoorzaamt Allah en de boodschapper, hopelijk zullen jullie begenadigd worden.” [Soerat Aal-‘Imraan (3), aayah 132]
Omwille van deze reden keerden de metgezellen zich tot Allah's boodschapper (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem), om hen de Qor-aan uit te leggen, om onder hen te oordelen wanneer ze onderlinge geschillen hadden, en om hun onderlinge problemen op te lossen. En zij hielden zich aan de perken die hij stelde, en onthielden zich van datgene hij verboden verklaard had.
Zij volgden hem in zijn daden van aanbidding en in zijn omgangsvormen, behalve in die zaken die enkel en alleen voor hem waren, volgden zij hem niet. Zij waren op zo'n punt gekomen, in het volgen wat hij (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) oplegde en te laten wat hij verboden verklaarde, dat zij soms geen reden noch wijsheid hierachter zochten.
De zoon van ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) heeft gezegd: “De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) had zich van een ring van goud voorzien waarop de mensen zich ook van een ring van goud voorzagen, vervolgens gooide de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) deze ring van goud weg, waarop zij deze ring van goud ook weggooiden.” (Overgeleverd door Al-Boekhaarie)
Zij volgden zijn bevelen ook op na zijn dood. Want de bewijzen die erop duiden dat men hem moet gehoorzamen, zijn algemeen en niet verbonden aan de tijd waarin hij leefde, noch beperkt dit zich enkel en alleen tot zijn metgezellen. En de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft Moe'aadz (moge Allah tevreden zijn met hem) geprezen toen de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) hem het volgende vroeg toen hij hem naar Yemen zond: “Hoe zal je oordelen wanneer er een zaak tot je komt?” Hij antwoordde: “Ik zal oordelen met het Boek van Allah.” “En wanneer je dit niet vindt in het Boek van Allah?” “Dan met de Soennah van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem)!” (Overgeleverd door Ah'mad, Aboe Daawoed & At-Tirmidzie)
En de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Ik heb jullie twee zaken nagelaten, en jullie zullen niet dwalen zolang jullie hieraan vasthouden, het Boek van Allah en mijn Soennah!” (Al-H'aakim & Al-Bayhaqie)
En ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) zei tegen Shoerayh' toen hij hem wegwijs wilde maken: “Wanneer een zaak tot je komt, oordeel dan met het Boek van Allah. En wanneer iets tot je komt dat zich niet in het Boek van Allah bevindt, oordeel dan met datgene wat er zich in de Soennah van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) bevindt.”