Search
Houd meer van hem dan van jezelf
Om de centraliteit en het belang van de liefde voor de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) te begrijpen, zou het voor ons voldoende moeten zijn om te weten dat het geloof van een persoon niet compleet is totdat diegene meer van hem houdt dan van zichzelf. Allah Ta'aala zegt: “De profeet is de gelovigen meer nabij dan zij zichzelf…” [Soerat al-Ah'zaab (33), aayah 6.]
De geliefde en waarheidsgetrouwe boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Bij Degene in Wiens Handen mijn ziel is, niemand van jullie zal werkelijk geloven totdat ik hem geliefder ben dan zijn vader en zoon.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
In een andere overlevering staat dat hij (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Niemand van jullie gelooft totdat hij meer van mij houdt dan van zichzelf.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
In weer een andere overlevering staat: “Niemand van jullie zal werkelijk geloven totdat ik hem geliefder ben dan zijn familie, zijn bezittingen en alle mensen.” (Overgeleverd door Moeslim.)
De volgende h'adieth maakt het zelfs nog duidelijker dat de liefde voor Allah de Verhevene en Zijn boodschapper (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) de hoofdindicator voor oprecht en juist geloof is: “Er zijn drie kwaliteiten, als deze in iemand gevonden worden, heeft hij de zoetheid van het geloof geproefd: dat Allah en Zijn boodschapper hem meer geliefd zijn dan al het andere, dat hij enkel omwille van Allah van zijn broeder houdt en dat zijn afkeer om in ongeloof terug te keren net zo groot is als zijn afkeer om in het Vuur te worden gegooid.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
‘Oemar ibnoe l-Khattaab (moge Allah tevreden zijn met hem) zei tegen de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem): “O boodschapper van Allah! U bent mij geliefder dan alles behalve mezelf.” De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zei tegen hem: “Nee, bij Degene in Wiens Hand mijn ziel is, niet totdat ik jou geliefder ben dan jezelf." ‘Oemar zweeg, dacht even na en zei toen tegen hem: “Bij Allah, nu bent u mij geliefder dan mezelf.” De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zei toen tegen hem dat hij nu het complete geloof had bereikt.
Moslims die de zoetheid van het geloof hebben geproefd, hebben altijd al zoveel en zo intens van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) gehouden, dat alleen al het horen van zijn gezegende naam zorgde voor tranen in hun ogen. Imaam Dja'far as-Saadiq werd altijd bleek wanneer zijn naam werd genoemd. Uit liefde en respect voor de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) vertelde imam Malik nooit een overlevering van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) behalve in een staat van rituele reinheid. ‘Abdoer-Rah'maan, de achterkleinzoon van Aboe Bakr as-Siddieq, werd altijd rood en begon te stotteren als de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) werd genoemd. Wanneer er een h'adieth van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) werd verteld, verzachtten zij het geluid van hun stemmen. Imam Malik heeft gezegd: “De eerbied voor hem (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) is na zijn dood niet minder geworden dan tijdens zijn leven.”