Search
Het verhaal van de menselijke evolutie
Het verhaal dat het meest door de verdedigers van de evolutietheorie verteld wordt, is het onderwerp van de oorsprong van de mens. De darwinisten huldigen het standpunt dat de huidige moderne mens uit een soort aapachtig wezen is ontstaan. Zij stellen dat tijdens dit zogenaamde evolutionaire proces, waarvan men denkt dat het 4 tot 5 miljoen jaar geleden begon, zich tussen de moderne mens en zijn voorouders een aantal ‘tussenvormen’ bevonden. Aan de hand van dit volledig denkbeeldige, scenario wordt er een lijst gemaakt van de vier basiscategorieën:
- Australopithecus
- Homo habilus
- Homo erectus
- Homo sapiens
Evolutionisten noemen de zogenaamde eerste aapachtige voorouders van de mens ‘Australopithecus’; dat betekent Zuidelijke Afrikaanse aap. Deze levende wezens zijn eigenlijk niets anders dan een oude apensoort, die nu is uitgestorven. Er is door twee wereldberoemde anatomen uit Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, namelijk Lord Solly Zuckerman en Prof. Charles Oxnard diepgaand onderzoek uitgevoerd onder de verschillende soorten Australopithecus; hieruit bleek dat het een gewone apensoort betrof, die is uitgestorven en geen gelijkenis met de mens vertoonde.
Evolutionisten classificeren het volgende stadium van de menselijke evolutie als ‘homo’ dat betekent ‘mens’. Volgens de evolutionaire veronderstelling, zijn de levende wezens in de homoserie verder ontwikkeld dan de Australopithecus. Evolutionisten ontwerpen een merkwaardig evolutionair schema door de verschillende fossielen van deze wezens op een bepaalde manier te rangschikken. Dit is een denkbeeldig schema, want het is nooit bewezen dat er een evolutionaire relatie bestaat tussen deze verschillende klassen. Ernst Mayr, één van de belangrijkste verdedigers van de evolutietheorie in de twintigste eeuw, geeft dit feit toe en zegt dat “de keten tot aan de Homo sapiens, in feite zoek is.”
Door het schetsen van de verbindingsketen, zoals Australopithecus > Homo habilis> Homo erectus> Homo sapiens, impliceren evolutionisten dat elk van deze soort de voorouder van de ander is. Maar recente vondsten van paleoantropologen hebben onthuld dat de Australopithecus, Homo habilis en Home erectus in verschillende delen van de wereld, maar in dezelfde periode leefden.
Bovendien heeft een bepaald deel van de mensachtigen, geclassifiseerd als Homo erectus, geleefd tot de modernste tijd. Homo sapiens neanderthalens is en Homo sapiens sapiens (de moderne mens) hebben in hetzelfde gebied naast elkaar geleefd.
Deze situatie geeft duidelijk weer dat de bewering dat zij voorouders van elkaar zijn, niet op gaat. Een paleontoloog van de Harvard University, Stephen Jay Gould, hoewel zelf een evolutionist, legt deze impasse van de evolutietheorie als volgt uit: “Wat is van onze evolutionaire ladder overgebleven, als drie bestaande afstammelingen van de mensachtigen (A. Africanus, de Robust Australopithecines en H. Habilis) niet duidelijk van elkaar afstammen? Bovendien vertonen geen van de drie enige evolutionaire ontwikkeling tijdens hun verblijf op aarde.
Kortom, het scenario van de menselijke evolutie, dat men in stand tracht te houden middels talloze tekeningen van wat “half aap half mensachtige” wezens die in de media en lesboeken verschijnen en wat eigenlijk niets anders is dan een middel tot propaganda, is niet meer dan een verhaal zonder wetenschappelijke basis.
Er zijn geen fossielenresten die het verhaal van de menselijke evolutie ondersteunen.In tegendeel, het fossielenarchief laat zien dat er een onneembare scheidingslijn tussen mensen en apen is. Met deze waarheid in het achterhoofd, vestigen evolutionisten hun hoop op bepaalde tekeningen en modellen. Ze plaatsen willekeurig maskers op fossielenresten en vormen denkbeeldige half- aap half menselijke gezichten.
Lord Solly Zuckerman, één van de beroemdste en meest gerespecteerde wetenschappers van Groot-Brittannië, die gedurende vele jaren onderzoek heeft gedaan naar dit onderwerp en wel in het bijzonder, gedurende vijftien jaren, naar de fossielen van de Australopithecus, concludeerde tenslotte, ondanks het feit dat hij zelf een evolutionist was, dat er in feite geen stamboom van de aapachtige wezens tot de mens bestaat.
Zuckerman heeft ook een interessant “spectrum van de wetenschap” gemaakt. Hij stelde een spectrum van wetenschappen op en rangschikte wetenschappen naar wat hij beschouwde als wetenschappelijk en als niet-wetenschappelijk.
Volgens het spectrum van Zuckerman, zijn de wetenschappen van de chemie en natuurkunde, afhankelijk van concrete informatie, de meest “wetenschappelijke” terreinen. Daarna komen de biologische wetenschappen en tenslotte de sociale wetenschappen. Helemaal aan het einde van het spectrum, beschouwd als het deel dat het “minst wetenschappelijk” is, zien we de concepten van de bovennatuurlijke waarnemingen, zoals telepathie en het zesde zintuig en tenslotte de ‘menselijke evolutie’. Zuckerman legt zijn beredenering als volgt uit: “Als we het gebied van de objectieve waarheid verlaten, komen we terecht in die terreinen van veronderstelde biologische wetenschap, zoals bovennatuurlijke waarneming of de interpretatie van de fossiele geschiedenis van de mens, waar volgens de trouwe (evolutionist) alles mogelijk is – en waar de oprechte gelovige (in de evolutie) soms in staat is om, tegelijkertijd, in verschillende tegenstrijdige zaken te geloven.”
De fabel van de menselijke evolutie, blijkt niets anders te zijn dan de vooringenomen interpretaties van enkele opgegraven fossielen., door een aantal mensen die hun eigen theorie blindelings volgen.