Search
De rechten naar de profeet Mohamed (VZMH)
Allah heeft al Zijn Boodschappers gezonden voor het begeleiden van de mensheid en als men gelooft en gehoorzaamd, belooft Allah succes in het leven en in het Hiernamaals als beloning. Deze rechten zijn samengevat in de volgende getuigenis, samen met de hiervoor genoemde getuigenis (Er is geen andere god waardig aanbeden te worden dan Allah) “Mohamed (VZMH) is de slaaf en Boodschapper van Allah.” Deze verklaring vereist het volgende:
▪ Geloof in het universele van de Boodschap van de Profeet Mohamed (VZMH) voor de hele mensheid. De Islam is niet georiënteerd voor een specifieke categorie van mensen, zoals dat het geval was met de voorgaande Profeten en Boodschappers (VZMH). Dit is afgeleid van een vers in de Glorieuze Qor’an: Zeg: “O mensdom, ik ben u allen tot een boodschapper van Allah, aan Wie het koninkrijk der hemelen en der aarde behoort. Er is geen God naast Hem. Hij geeft het leven en doet sterven. Gelooft daarom in Allah en Zijn boodschapper, de reine Profeet, die in Allah en Zijn woorden gelooft en volgt hem opdat gij recht geleid moogt worden.” (7:158)
▪ Geloof dat Allah’s Boodschapper en Profeet, Mohamed (VZMH) wordt beschermd door Allah tegen mogelijke menselijke fouten in relatie tot zijn missie naar de mensheid. Dit houdt in dat de Profeet nooit iets weggelaten of toegevoegd heeft aan de complete Boodschap van Allah. Dit is gebaseerd op een vers uit de Glorieuze Qor’an:“Noch spreekt hij naar eigen begeerte.” (53:3)
▪ Geloof dat de Profeet Mohamed (VZMH) de laatste Profeet en Boodschapper is van Allah voor de mensheid en dat er geen Profeet of Boodschapper zal komen na hem (VZMH). Allah zegt in de Glorieuze Qor’an: “Mohamed is niet de vader van één uwer mannen, maar de boodschapper van Allah en het zegel der profeten; Allah heeft kennis van alle dingen.” (33:40)
En de Boodschapper van Allah zei: “....en er komt geen profeet na mij.” (42)
▪ Geloof dat de religieuze plichten en Goddelijke commando’s die Allah naar de mensheid zond, compleet zijn en dat de Profeet (VZMH) de Boodschap van Allah heeft bezorgd in volledigheid en dat Hij (VZMH) het beste advies gaf aan zijn Ummah (Natie) en het beste richtsnoer voor al het goede te doen en het kwade uit de weg te gaan. Dit is gebaseerd op een vers uit de Glorieuze Qor’an:“Heden zullen de ongelovigen aan uw godsdienst wanhopen. Vreest dus niet hen, maar Mij. Nu heb ik uw godsdienst voor u vervolmaakt, Mijn gunst aan u voltooid en de Islam voor u als godsdienst gekozen.” (5:3)
▪ Geloof dat de wetten, wetgegeven in de Islam, zijn goedgekeurd door Allah en dat de verschillende typen van aanbidding zijn gebaseerd op- en wentelen om deze Goddelijke wetten. Onafhankelijke persoonlijke acties worden niet geaccepteerd, Allah weet het beste, tenzij en totdat zij in overeenstemming zijn met deze goddelijke wetten. Dit is gebaseerd op een vers van de Glorieuze Qor’an:“En wie een andere godsdienst zoekt dan de islam, het zal van hem niet worden aanvaard, en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers zijn.” (3:85)
▪ Een gelovige moet berusten in de opdrachten van de Profeet (VZMH) en moet streven om ongehoorzame akties te vermijden, zoals Allah, de Verhevene zegt in de Glorieuze Qor’an:“.............En wat de boodschapper u ook moge geven, neemt het, en wat Hij u ook verbiedt, onthoudt u daarvan. En vreest Allah, zeker, Allah is streng in het straffen.” (59:7)
▪ Een Moslim moet acceptatie en tevredenheid tonen van elk vonnis berekend door de Profeet van Allah (VZMH) zoals Allah, de Verhevene, zegt in de Glorieuze Qor’an:“Maar neen, bij uw Heer, zij zullen geen gelovigen zijn, voordat zij u (profeet) tot rechter maken over al hun geschillen en in hun hart geen aarzeling vinden aangaande hetgeen gij oordeelt en zij zich geheel en al onderwerpen.” (4:65)
▪ Een Moslim moet de authentieke tradities volgen van de Sunnah (de weg van de Profeet) in het beste van zijn vermogen. Niemand heeft de autoriteit om de Sunnah tradities van de Boodschapper van Allah (VZMH) te wijzigen, aan te vullen of weg te nemen. Allah, de Verhevene, zegt in de Glorieuze Qor’an: Zeg: “Indien gij Allah liefhebt, volgt mij, Allah zal u liefhebben en uw zonden vergeven. Allah is Vergevingsgezind, Genadig.” (3:31)
▪ Een gelovige moet de speciale status en waardigheid geschonken door Allah aan zijn Profeet (VZMH) respecteren. Niemand mag deze status adoreren of degraderen. De Profeet (VZMH) zei: Adoreer mij niet, zoals de Christenen de zoon van Maria adoreerden; Ik ben niet meer dan een slaaf (van Allah)....dus zeg: Allah’s slaaf en Zijn Boodschapper.” (43)
En Hij (VZMH) zei: “O mensen! Zeg wat u te zeggen hebt, en staat uzelf niet toe u te laten verleiden door Satan. Ik ben Mohamed, de slaaf en Boodschapper van Allah. Ik wil niet dat u mij verheft boven de status die mij toebedeeld is door Allah de Almachtige.” (44)
En Hij (VZMH) heeft gezegd:“Prijs me niet meer dan ik verdien. Allah creëerde me als slaaf, voordat ik Profeet of Boodschapper werd genoemd.” (45)
▪ Een Moslim moet de juiste begroeting toepassen naar Allah’s Profeet en Boodschapper (VZMH) wanneer zijn naam wordt genoemd; als een vorm van respect, zoals geïnstrueerd in een vers in de Glorieuze Qor’an:“Allah en Zijn engelen zenden zegeningen over de profeet. O, gij die gelooft, zendt zegeningen over hem en wenst hem vrede met alle eerbied toe.” (33:56)
▪ Een gelovige moet ware liefde en affectie tonen voor de Profeet en Boodschapper van Allah (VZMH) boven de liefde die hij toont voor anderen, gezien de informatie en de praktijken van de ware religie van Allah en de vele zegeningen die de profeet (VZMH) bracht als richtsnoer, zijn dit de enige middelen van het heil van verlossing door de wil van Allah. Dit is gebaseerd op een vers van de Glorieuze Qor’an: Zeg: “Indien uw vaders en uw zonen en uw broeders en uw vrouwen en uw verwanten en de rijkdommen die gij verkregen hebt en de handel waarvan gij slapte vreest en de woningen waarvan gij houdt, u liever zijn dan Allah en Zijn boodschapper en het streven voor Zijn zaak, wacht dan, tot Allah met Zijn oordeel komt; Allah leidt het ongehoorzame volk niet.” (9:24)
▪ Een Moslim moet elke mogelijke inspanning en gelegenheid nemen met wijsheid en geduld, om alle anderen te roepen voor de Boodschap van de Profeet Mohamed (VZMH). Hij moet streven de onbewusten te informeren en het geloof te versterken van diegenen die een zwak, wankel geloof hebben. Zoals Allah zegt in de Glorieuze Qor’an:“Roep tot de weg van uw heer met wijsheid en goede raad en redetwist met hen op gepaste wijze. Voorzeker, uw Heer weet het beste wie van Zijn weg is afgedwaald; en Hij kent degenen goed die juist geleid zijn.” (16:125)
Dit is ook gebaseerd op de verklaring van Allah’s Profeet en Boodschapper (VZMH) : “Verspreidt, namens mij, zelfs één vers.” (46)