Search
De val van het atheïsme
De val van het atheïsme, een keerpunt in de geschiedenis.
Er bestaan veelbetekenende keerpunten in de geschiedenis van de mensheid en wij leven momenteel in één daarvan. Sommigen noemen het globalisatie en sommigen zeggen dat dit het ontstaan is van de "informatie-eeuw". Dat is waar, maar er is echter nog een belangrijker concept dan deze twee.Hoewel sommigen zich er niet bewust van zijn, zijn er grote vooruitgangen geboekt in de wetenschappen de filosofie in de laatste 20 tot 25 jaar. Atheïsme(1) , dat sinds de 19 de eeuw geheerst heeft over de wereld van wetenschap en filosofie, is nu op een onvermijdelijke manier aan het instorten. Natuurlijk heeft het atheïsme altijd al bestaan vanaf de oudheid, maar de opkomst van dit idee begon in feite pas in de 18 de eeuw in Europa, met de verspreiding en de politieke invloed van de filosofie opsommige anti-religieuze denkers. Materialisten zoals Diderot en Baron d'Holbach stelden voor dat het universum een opeenhoping van materie was die altijd had bestaan en dat er niets anders bestondnaast materie. In de 19 de eeuw verspreidde het atheïsme zich nog verder. Denkers zoals Marx,Engels, Nietsche, Durkheim of Freud pasten atheïstisch gedachtegoed toe op verschillende gebieden van de wetenschap en filosofie. De grootste steun voor het atheïsme kwam van Charles Darwin, die het idee van schepping verwierpen een theorie van evolutie voorlegde om het tegen te gaan. Het Darwinisme gaf, naar men veronderstelt, een wetenschappelijk antwoord op de vraag die atheïsten voor eeuwen verbijsterd had doen staan: "Hoe zijn mensen en levende wezens ontstaan?" Deze theorie overtuigde een groot aantal mensen van haar bewering dat er een mechanisme in de natuur aanwezig was dat levenlozematerie tot leven bracht en miljoenen verschillende levende soorten eruit voortbracht. Tegen het einde van de 19 de eeuw formuleerden atheïsten een wereldvisie waarvan zij dachten dat die alles verklaarde: ze ontkenden dat het universum was geschapen door te zeggen dat het geen begin had maar altijd al bestaan had. Ze beweerden dat het universum geen doel had, maar dat haar orde en evenwicht het resultaat waren van toeval; ze geloofden dat Marx of Durkheim de geschiedenisen sociologie verklaard hadden en dat Freud de psychologie verklaard had op basis van atheïstische vermoedens. Deze denkbeelden werden echter later in de 20ste eeuw teniet gedaan door wetenschappelijke,politieke en sociale ontwikkelingen. Vele en verscheidene ontdekkingen op het gebied vanastronomie, biologie, psychologie en sociale wetenschappen hebben de fundamenten van alle atheïstische veronderstellingen nietig verklaard. In zijn boek, "God: The Evidence, The Reconciliation of Faith and Reason in a Postsecualar World",schrijft de Amerikaanse geleerde Patrick Glynn van de George Washington Universiteit: "De laatste twintig jaar van onderzoek hebben bijna alle belangrijke veronderstellingen en voorspellingen van een eerdere generatie moderne, seculiere en atheïstische denkers aangaande de kwestie God omvergeworpen. Moderne denkers veronderstelden dat de wetenschap zou onthullen dat het universum eeuwig willekeurig en ongeïnspireerd is. Maar in plaats daarvan heeft het onverwachtenieuwe lagen van ingewikkelde orde ontdekt, die getuigen van een bijna onvoorstelbaar grootmeester ontwerp. Moderne psychologen voorspelden dat religie zou worden ontmaskerd als een neurose en iets dat te boven zou zijn gekomen; in plaats daarvan is het op empirische wijze aangetoond dat religieuze toewijding een vitaal onderdeel is van de fundamentele geestelijke gezondheid...Weinigen lijken zich dit te realiseren, maar het zou nu duidelijk moeten zijn: in de loop van een eeuw zijn de rollen in het grote debat tussen wetenschap en geloof volledig omgedraaid. Meteen na Darwin konden atheïsten en agnostici als Huxley en Russel wijzen naar wat een solide massa toetsbaretheorie leek te zijn, die aantoonde dat het leven en het universum totaal toevallig waren. Veelwetenschappers en intellectuelen blijven deze wereldvisie aanhangen. Maar ze moeten zichzelf steeds vaker in bijna absurde bochten wringen om het te verdedigen. Vandaag de dag wijzen deconcrete gegevens sterk in de richting van de God-hypothese." (2)Wetenschap, dat gepresenteerd werd als de steunpilaar van de atheïstische/materialistische filosofie,blijkt het tegenovergestelde te zijn. Zoals een andere schrijver het zegt: "Het strikte materialisme, dat elk doel, keuze en spiritualiteit uit de wereld uitsluit, kan simpelweg de gegevens niet verklaren die binnen stromen vanuit laboratoria en observatoria." (3)In dit hoofdstuk zullen we in het kort de conclusies analyseren waartoe verschillende takken van de wetenschap gekomen zijn, aangaande deze kwestie en zullen we onderzoeken wat de komende "na-atheïstische" periode de mensheid zal brengen.