Search
De moslim bemoeit zich niet met andermans zaken
De Boodschapper van Allah (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) zei: “Een deel van het zijn van een goed moslim, is datgene wat iemand niets aangaat met rust laten.” [1]
Deze beknopte Hadith is een van de onschatbaarste vermaningen die de Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) ons heeft gegeven. Abu Dawud overleverde dat: “Ik verzamelde na de Boodschapper van Allah (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) vijfhonderdduizend Hadiths[2]. Vier van hen zijn voldoende voor iemands religie. Dat zijn de volgende: “Daden worden slecht vergolden naar hun intentie”
“Het deel van het zijn van een goed moslim, is datgene wat iemand niets aangaat met rust laten.”
“Een ware gelovige is degene die voor zijn broer enkel accepteert, wat hij voor zichzelf accepteert.”
“Dat wat wettig is, is duidelijk en dat wat onwettig is, is ook duidelijk.”
De betekenis van deze Hadith: De verstandige moslim, is degene die de gunst van de tong (spraak) waardeert, maar die hem echter niet de vrijheid geeft om te zeggen wat hij wil. In feite moet hij hem bedwingen ten gunste van zichzelf, anderen en de samenleving. Mu’adh Ibn Jabal (moge Allah tevreden zijn met hem) vroeg de Boodschapper van Allah (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn): “O Boodschapper van Allah, zullen we gestraft worden voor wat onze tongen uiten?”
Hij antwoordde: “ Had je moeder je maar verloren, Mu’adh! Is er iets anders dat mensen op hun neuzen in het Hellevuur gooit, dan de opbrengst die door hun tongen geoogst wordt?” [3]
Een van de facetten van het buiten zijn beurt spreken, is zich te bemoeien met andermans zaken en spreken over zaken die hem niets aangaan, bijvoorbeeld: ”Waar was jij?” en “waar ga je naartoe?” “Wat heb je gedaan?” “Wat ga je doen?” “Wat heb je gewonnen en met wie ga je het delen?” “Wat zei die en die tegen jou?” “Wat is er nieuw bij jullie thuis, met je vrouw en je kinderen?”
Door het stellen van vragen van die strekking kan men zijn broeder in verlegenheid brengen en in sommige situaties kan hij gedwongen zijn om te liegen of te roddelen. Jij zult degene zijn die hier verantwoordelijk voor is.
Bovendien worden verhoudingen tegenwoordig tegengesproken en met elkaar in verband gebracht. Waarachtige moslims zijn in de huidige wereld zeer zeldzaam. In feite is degen die standvastig aan zijn religie vasthoudt, als iemand die een stuk brandhout vasthoudt. Vijanden staan overal op de uitkijk voor alle soorten informatie. Dus stel jezelf eens voor, als je je broeder het vuur aan de schenen legt met eindeloze vragen als:”Waar ben je geweest?” “Wie heb je gezien?” “Wat heb je gedaan?” “Wat heb je geschreven?” Terwijl je daar helemaal geen belang bij hebt, behalve nieuwsgierigheid en je bemoeien met zaken die je niets aangaan. Stel je de prijs voor, die jij en je broeder moeten betalen ten koste van:
- De tijd die je verknoeide;
- Je veiligheid;
- Je religie, want datgene wat gezegd is kan een enorme schade aanrichten.
Probeer te zwijgen als je verlangt om te spreken. Schat eens in wat je gespaard hebt met betrekking tot je tijd, inspanningen en andermans tijd. Denk in plaats van te spreken ergens anders en probeer er iets nuttigs van te maken, of hou jezelf bezig met het herinneren van Allah (de Geprezene, de Verhevene) om je tong verre van het uiten van onzin te houden. Kijk vervolgens eens naar je hart en je zult het vervuld zien van tevredenheid, rust, vermaning en dankbaarheid.
Mujahid zei: “Ik hoorde Ibn ‘Abbas zeggen: ‘Er zijn bij mij vijf dingen meer geliefd dan paarden die in dienst staan van de Jihad:
- Spreek niet over datgene wat je niet aangaat, want ik ben er niet zeker van, dat je dan gered zult zijn van het plegen van zonden;
- Spreek slechts op het geschikte moment en de juiste plaats over datgene wat op jou van toepassing is;
- Twist niet met zachtmoedige of brutale mensen;
- Spreek bij afwezigheid van je broeder, hetzelfde over hem als hoe jij zou willen dat hij over jou sprak;
- Imiteer de deugdzame persoon die ervan verzekerd is, dat hij met goedheid en respect beloond zal worden.
Beste moslim broeder en zuster!
Een van de zaken die een goed moslim moet vermijden, is het bemoeien met dingen die hem niet aangaan. Weerhoud jezelf ervan om je te buiten te gaan aan zaken die je niets aangaan en sla geen acht op het merendeel van wat je hoort. Hou jezelf niet bezig met roddels en terugkomende vragen. Er is jou een verheven en geweldige taak toevertrouwd, waar je anderen naar op moet roepen: namelijk het vestigen van Allah’s religie op deze aarde; zijn symbool over de gehele wereld verheffen en zijn waarden verspreiden over de gehele mensheid. Degenen aan wie zulke eerbiedwaardige taken zijn toevertrouwd, hebben geen tijd om zich met zulke zonden bezig te houden.[4]
Op gezag van Abu Hurairah (moge Allah tevreden met hem zijn) die zei dat de Boodschapper van Allah (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) zei: “Allah houdt van drie dingen voor jou en keurt drie dingen voor je af. Hij is tevreden met jou omdat: je hem aanbidt en niets met Hem associeert; je vasthoudt aan het touw van Allah en omdat jullie niet verdeeld zijn. Hij keurt het volgende af: je irrelevante geklets; aanhoudend vragen stellen en het verspillen van rijkdom.” [5]
Aan de ideale moslim: Voor het nodige respect is het noodzakelijk, dat je datgene wat je niets aangaat verlaat, anders zul je onvermijdelijk ontvangen waar je niet blij mee bent.
Neem nota van het volgende gezegde van Abu Dharr die zei: “de Boodschapper van Allah (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) zei tegen mij: ‘Zal ik je een daad leren die makkelijk uit te voeren is, maar die zwaar in de schaal is?’ Ik zei: ‘Ja, oh Boodschapper van Allah.”
Hij (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) zei: ‘Stilte, goede manieren en achterlaten wat je niet aangaat.’ [6]
[1] Overgeleverd door Malik, Ahmad, At-Tabarani en Ibn Majah.
[2] In zijn Musnad.
[3] Overgeleverd door At-Thirmidhi, Ibn Majah en Al-Hakim die zei dat het een Sahih hadith is.
[4] Zie Al-Hashimi, The character of the muslim, p.286.
[5] Overgeleverd door Muslim.
[6] Overgeleverd door Ibn Abi Ad-Dunyya.