Search
Allah frequent gedenken en het vermijden van geklets en praatziekte
Allah frequent gedenken en het vermijden van geklets en praatziekte
Op gezag van Bilal Ibn Al-Harith, die zei dat de Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) zei: “Een man kan preken met een woord, tot Genoegen van Allah, en denkt niet dat dit hem tot zo’n status zal verheffen. Dus Allah schenkt hem Zijn Genoegen tot de Dag des Oordeels. (En) een man kan een woord spreken tot ongenoegen van Allah en hij denkt niet, dat dit hem tot deze staat zal degraderen. Dus, Allah verordent over hem Zijn Ongenoegen tot de Dag des Oordeels.” [1]
Er zijn twee soorten bijeenkomsten
Bijeenkomsten van gedenken, het goede bevelen en het kwade verbieden of het zoeken naar toegestane voorzieningen. De mens heeft dit soort bijeenkomsten nodig voor zijn religie en zijn leven. In zo’n bijeenkomst zegt de persoon goeds, doet goeds, rangschikt verschillende zaken en zegt alleen dat wat Allah tevredenstelt.
Bijeenkomsten om de tijd te doden, waarbij de mensen slechts samenkomen met als doel te praten. Allah, de Almachtige zegt: {Er is geen goed in veel van hun heimelijke gesprekken, behalve wie aanmaant tot liefdadigheid of wijsheid of verzoening tussen de mensen} (An-Nisa: 114)
Als je een van deze mensen vraagt:” Wat doe je hier?” Zal hij je antwoorden:” Ik dood de tijd.” Hoe verspilt hij zijn tijd, terwijl tijd het leven zelf is? Het is met de tijd dat hij zich bezighoudt, terwijl het meeste geklets onzin en zonden zijn!
Zo’n persoon schertst met de eer van mensen door te zeggen dat die en die, zus en zo deed. Ibn Sirin zei:” Een man van de Ansar kwam langs een bijeenkomst van de Ansar en zei:” Verricht ablutie, want jullie spraak is slechter dan de onreinheid zelve. Dit kan zelfs een wortel van vijandigheid, haat, zonde en wrok zijn.”
Hij discussieert en twist ongegrond met anderen. Die persoon maakt bezwaar tegen wat anderen zeggen, door het blootleggen van hun fouten ofwel door insinuatie of intentie. Wat betreft zijn bewijsvoering, probeert hij anderen het zwijgen op te leggen en hen te dwarsbomen, door te bekritiseren wat ze zeggen en gebrekkigheid en onwetendheid eraan toe te schrijven. ‘Het motief achter dit alles, is zichzelf voor te wenden als geleerd en begunstigd als hij zich aan anderen opdringt door hun zwakheden openbaar te maken.”[2] Tegenwoordig zijn de meeste bijeenkomsten van deze soort. Ze zijn doelloos, debatterend en over het algemeen podia voor opschepperij waar grootmoedigheid en eerbare manieren verloren worden.
De Boodschapper van Allah (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) zei: “Na het ontvangen van leiding, is er geen gemeenschap verdwaald en afgedwaald van het pad die hij volgde, behalve wanneer twistlieden ze ervan af hadden gekeerd.” [3]
In een andere Hadith zei hij (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn):
“Hij die omstreden discussie heeft opgegeven terwijl hij correct is, voor hem zal er een huis gebouwd zijn in de hoogste plaats van het Paradijs. En hij die deze discussie heeft opgegeven, terwijl hij aan de verkeerde kant staat, voor hem zal er een huis gebouwd zijn in de buitenwijken van het Paradijs.” [4]
In sommige Da’wah bijeenkomsten, vind je mensen die zich voordoen alsof ze enthousiast zijn over Allahs religie. Ze leren zich zaken uit het hoofd en debatteren tijdens de bijeenkomsten. Deze zaken, of ze nu correct of verkeerd zijn, zijn van geen enkele waarde. Ze nemen slechts hun tijd, zowel als die van de anderen in beslag. Debatteren verhardt de harten die kwaadaardigheid meekrijgen. Malik Ibn Anas (moge Allah tevreden zijn met hem) zei: “Dit soort debatten horen niet bij de religie.” De Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) zei: “ Het meest gehaat bij Allah zijn de ruziezoekende twistlieden.” [5]
Enkele andere geleerden hebben ook gezegd: “Pas op voor debat, want het wist religie uit. Heeft een rechtschapen man ooit gedebatteerd over religie!”
Door dit soort argumentvoering die niet tot de religie behoort, hebben er veel meningsverschillen plaatsgehad in de structuur van de Da’wah en veel mensen waarvan men dacht dat ze rechtschapen waren, raakten verloren.
Tegenwoordig is er een toename van vulgariteit, uitschelden en obsceniteit in bijeenkomsten. Een persoon kan beginnen met een punt dat correct is en het willen verdedigen en de noodzaak bewijzen, maar wanneer hij uitweidt in zijn opvoering met antwoorden en het weerleggen van de argumenten van de tegenstander, wordt hij gedwongen om grove en beledigende woorden of zelfs leugens te gebruiken. Woede kan een persoon het onderwerp van discussie doen vergeten en draait de zaak om, in een debat tussen beide partijen. Dit heeft tot gevolg, dat de hele kwestie van goed en kwaad klaarblijkelijk een persoonlijke zaak zal worden, waarin iedere partij zal proberen zijn tegenstander te verslaan.
De Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) zei: “ Pas op voor vulgariteit, want Allah houdt niet van vulgariteit en degene die het beoefent.” [6]
In een andere overlevering zei hij (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) ook: “Een gelovige kan noch beledigend, vloekend, vulgair of obsceen zijn.” [7]
Door deze onverantwoordelijke spraak, kan een moslim eindigen met het vervloeken van iemand anders. Sommige oprechte mensen kunnen ook dezelfde fout begaan, door het vervloeken van zulke personen, omdat hij incorrect is en niet oordeelt met datgene wat Allah, de Alwijze heeft geopenbaard. ‘Aishah (moge Allah tevreden zijn met haar) zei: “De Boodschapper van Allah (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) hoorde Abu Bakr een keer sommige van zijn slaven vervloeken. De Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) wendde zich tot hem en zei: “Oh Abu Bakr, is het mogelijk om eerlijk te zijn en iemand die vloekt? Nee, bij de Heer van de Ka’bah,” hij herhaalde het twee- of driemaal” [8]
Daaropvolgend bevrijdde Abu Bakr al zijn slaven en kwam naar de Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) en zei: “Ik zal nooit meer terugkeren naar zo’n daad.”
In een andere overlevering zei de Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn): “Degenen die vloeken zullen geen bemiddelaars noch getuigen zijn op de Dag der Opstanding” [9]
Er is ook overgeleverd dat de Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) een maand lang een Qunut Smeekbede in zijn Gebed verrichtte, waarin hij degenen die de lieden van Ma’unah hadden gedood vervloekte, totdat Allah, de Almachtige openbaarde: {Het is jouw zaak niet of Hij hun berouw aanvaardt of dat Hij hen bestraft, want voorwaar: zij zijn de onrechtplegers} (Al-‘Imran: 128)
De Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) stopte zijn smeekbede.[10]
Aan de hand van deze zelfde ayah berispte de Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) de metgezel die de overspelige vrouw die was gestenigd vervloekte, zeggende: “Ze heeft in zulke mate haar berouw verklaard, dat wanneer het wordt verdeeld onder alle mensen van Medinah, het genoeg zou zijn voor iedereen.”
Daarnaast benaderde de Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) de metgezel die Nu’aiman, die vele malen gestraft werd in vergaderingen met de Profeet wegens het drinken van wijn, vervloekte, zeggende:
“Help de Satan niet tegen je broeder!” [11]
De reden achter het vermelden van al deze leringen is, dat onze broeders en zusters onoplettend zijn in dit opzicht. Dus het vloeken in zulke situaties is een gewoonte geworden. “De gelovige is nooit een persoon die vloekt.” [12]
Daarom moeten moslims hierover nadenken en hun tongen beschermen tegen deze gecensureerde daad.
Plezierige conversatie en vermaak zijn geliefd in bijeenkomsten. Het kan gebeuren, dat men jeugdigen vindt, mannelijk of vrouwelijk, die gespitst zijn op het afspelen van muziek van een grote keuze aan zangers. We zien moslims, die alles weten over zangers, de verschillende bands voor islamitische bruiloften en verschillende soorten cassettes. Dit, terwijl hun voorgaande broeders en zusters hun tijd samen doorbrachten met lezen, studeren, geloven en zich samen te wenden tot de Islamitische Beweging om zichzelf en anderen te verdiepen in dit concept. We willen niet zeggen dat deze islamitische liederen verboden zijn. Wat wel verboden is, is dat ze onze geest, harten en tijd in beslag nemen. Met betrekking tot dit feit zei de Profeet (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn): “Het is beter voor eenieder van jullie, om zijn maag vol te proppen met pus, dan om (zijn geest) vol te proppen met poëzie.”
Hier wordt poëzie op zich niet verafschuwt, aangezien poëzie en gezang goed of slecht is, afhankelijk van de woordkeus. Hetgeen wat echter verfoeilijk is voor iemand, is dat hij zich er op zodanige wijze mee bezighoudt, tot het al zijn tijd in beslag neemt.
Laat de jeugd dus terugkeren naar lezen en het absorberen van de religieuze zaken, want we zullen niet in staat zijn om anderen uit te nodigen naar de islam door swingen, schreeuwen of toegestaan vermaak.
In bijeenkomsten hebben moppen en scherts vrij spel. Het is bekend, dat grappen maken en schertsen niet verboden is, want de Boodschapper van Allah (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) maakte ook grapjes met zijn metgezellen, vrouwen en kinderen en hij ontwikkelde deze manier ook voor zijn metgezellen. Wat echter verboden is, is het laten domineren van grappenmakerij, of het nu waar of niet waar is en volhouden, doorgaan en overdrijven, hetgeen ongepast is voor moslims. ‘Umar Ibn Al-Khattab (moge Allah tevreden zijn met hem) , die afstudeerde aan de school van het Profeetschap zei: “Degene die veel lacht, zal afnemen in zijn waardigheid, degene die veel schertst zal niet serieus genomen worden, degene die zaken overdrijft zal er bekend om staan, degene die veel kletst zal toenemen in zijn fouten, wiens fouten zijn toegenomen zal verminderen in schaamte; wiens schaamte is afgenomen zal zwak worden in zijn vroomheid en van degene die zwak is in zijn vroomheid, zal het hart sterven.” [13]
In onze islamitische erfenis[14], zijn veel voorvallen overgeleverd, die stellen dat die en die persoon zijn lachen voor dertig en de ander voor veertig jaar weerhield. We houden ons hier echter niet aan en we zijn ook niet overtuigd van hun correctheid. Lachen, grappen maken, glimlachen en het van tijd tot tijd verfrissen van het hart, allen met matigheid, wordt aanbevolen in onze religie. Wat verboden is, is:
- Een zonde begaan;
- Een grap vertellen die kwaad bloed zet en nijd veroorzaakt;
- Het vullen van bijeenkomsten met scherts;
- Grappen maken die gelogen zijn.
Deze manieren zijn niet gepast voor de moslim. De Profeet van Allah (mogen de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) maakte grapjes, maar alleen over dingen die waar zijn en waarschuwde ons tegen degenen die leugens vertellen om de mensen aan het lachen te maken.
Imam Hasan Al-Banna (moge Allah hem genade schenken) adviseerde de moslim niet veel te lachen, want het hart dat in verbinding staat met Allah moet kalm en respectvol zijn. In bijeenkomsten is er ruimte om anderen te beledigen en uit te schelden. Dit is een weerzinwekkend iets, waar de gelovige moslims zich verre van moeten houden, want Allah, de Almachtige zegt: {O jullie die geloven, laat een volk niet een ander volk beledigen, het kan zijn dat zij (die beledigd worden) beter zijn dan hen; en laat sommige vrouwen geen andere vrouwen beledigen, het kan zijn dat zij beter zijn dan hen} (Al-Hujurat: 11)
Wat wordt bedoeld met beledigen is minachting, verachting en zich ergens mee bemoeien op een manier waarom gelachen wordt. Hoe kan het gepast zijn voor de moslim om te minachten, belasteren en anderen met bijnamen uit te schelden?
Dit zijn sommige kwalen van bijeenkomsten die zijn overgedragen naar gemeenschappen en moslims, die hun met ongeneeslijke mankementen teisteren. De beste behandeling voor deze kwalen zijn het voorkomen ervan. “Degene die rond een reservaat zwerft, valt erin. Voorzeker, iedere koning heeft een reservaat en het reservaat van Allah, de Almachtige is voorzeker Zijn verbod(en).”
[1] Overgeleverd door Ibn Majah en At-Tirmidhi die het als een Sahih hadith vermeldden.
[2] Ihya’ ‘Ulum Ad-Din, deel 3, p. 117.
[3] Overgeleverd door At-Tirmidhi.
[4] Overgeleverd door Abu Dawud.
[5] Overgeleverd door Al-Bukhari
[6] Overgeleverd door Al-Nasa’i en Al-Hakim.
[7] Overgeleverd door At-Tirmidhi met een gezonde keten.
[8] Overgeleverd door Ibn Abi Ad-Dunya.
[9] Overgeleverd door Muslim.
[10] Overgeleverd door Muslim.
[11] Overgeleverd door Al-Bukhari.
[12] Overgeleverd door Ahmed.
[13] Ihya’’Ulum Ad-Din, deel 3, p.128.
[14] De meesten zijn vermeld in Al-Ihya’, deel 3, p.128.