Search
Vrouwenrechten in de Heilige Koran - 2
De Heilige Koran eert en bevoorrecht vrouwen zelfs meer dan mannen in veel situaties en gevallen. Hij vernoemt de vrouw van Imran en haar dochter Maryam, alwaar gezegd wordt dat gerechtigheid, goedheid, succes en vooruitgang (evenals het tegenovergestelde) van nakomelingen aan moeders toegeschreven worden. Het feit dat het aan Allah gewijde kind een vrouw is, betekent duidelijk dat Allah de vrouw eert en haar tot de rang van profeet en moeder van profeten verheft. Allah bouwde een paleis in het paradijs voor de vrouw van de Farao omdat ze geloofde. Het feit dat ze de vrouw van een ongelovige was, was geen reden om haar de beloning van Allah te ontzeggen:
- Toen de vrouw van Imraan zeide: “Ik draag aan U op wat in mijn baarmoeder is, dat het vrij zal zijn (om U te dienen), aanvaard het van mij, Gij zijt gewis Alhorend, Alwetend.”
- Maar, toen zij er van verlost was, zeide zij: “Mijn Heer, ik ben verlost van een meisje.” – Allah wist het beste wat zij voortbracht. “En de man is niet gelijk aan de vrouw. En ik heb haar Maria genoemd en ik stel haar en haar nageslacht onder Uw bescherming tegen Satan, de verworpene.”
- Daarom nam haar Heer haar (Maria) met welbehagen aan en deed haar goed opgroeien …*
- Toen zeiden de engelen: “O, Maria, Allah heeft u uitverkoren en u gereinigd en u boven de vrouwen aller volkeren uitverkoren.” [Al-Imraan 35, 36, 37, 42]
- En Allah vergelijkt de gelovigen met de vrouw van Pharao toen zij zeide: “Mijn Heer! bouw voor mij een huis bij U in het Paradijs, verlos mij van Pharao en zijn daden en verlos mij van het onrechtvaardige volk.”*
- En met Maria, de dochter van Imraan, die haar kuisheid bewaarde; Toen ademden Wij haar Onze geest in – zij geloofde in het Woord van haar Heer en Zijn Boeken en behoorde tot de gehoorzamen. [At-Tahriem 11,12]
In het kort: de man en de vrouw (het mannelijke en het vrouwelijke) vormen samen de menselijke eenheid; het menselijke molecuul, hetzelfde als het molecuul van elk ander materiaal. Laten we het watermolecuul als een voorbeeld nemen. Het wordt gevormd uit waterstof en zuurstof. Wanneer we het uit elkaar halen, houden we weliswaar waterstof en zuurstof over, maar we verliezen het water.Als wij de man en de vrouw uit elkaar halen, hebben we man en vrouw, maar we verliezen het leven. Daarom beschouwt de Heilige Koran het huwelijk als een vervollediging van de godsdienst: een vervollediging van het leven voor de godsdienst volgens de Heilige Koran is het leven zelf.
Daarom staat het de man vrij, elk werk te doen waarvoor hij zich geschikt acht. Ook de vrouw kan elk werk ondernemen, waarvoor zij zich geschikt acht, binnen- of buitenshuis. Volgens de Heilige Koran kan zij werkzaam zijn op alle mogelijke gebieden: handel, de boerderij, ambachten en andere beroepen. Het is haar toegestaan, in dienst van de regering te treden. Ze heeft het recht om economisch onafhankelijk te zijn; ze mag over haar eigen geld en kapitaal beschikken en dat naar eigen goeddunken investeren zonder tussenkomst van haar ouders, broers, zusters, familielid of zelfs haar echtgenoot. Ze kan deel uitmaken van het parlement of regering.
De Islam draagt echter zorg voor een intacte, gezonde, veilige en progressieve maatschappij. Daarom hecht de Heilige Koran een groot belang aan het grootbrengen van kinderen en beschouwt dit als een heel belangrijk werk voor ouders en gemeenschap.
Daarom, wanneer een baan of werk schade kan berokkenen aan deze hooggerespecteerde missie, moet dit vermeden worden in het belang van het grootbrengen van kinderen.
Man en vrouw moeten samenwerken, (zoals waterstof en zuurstof samenwerken om een watermolecuul te vormen), voor de vorming van een menselijke eenheid als bouwsteen van een menselijke beschaving die geregeerd wordt door vrede en liefde.
De man is verplicht om buitenshuis te werken om zijn gezin te onderhouden. De vrouw is daartoe niet verplicht; het wordt haar echter niet verboden. Ze is volledig vrij, omdat ze een menselijk wezen is.
- Er is voor mannen een aandeel van hetgeen hun ouders en bloedverwanten nalaten en er is voor vrouwen een aandeel van hetgeen hun ouders en bloedverwanten nalaten, of het weinig of veel zij: een vastgesteld gedeelte. [An-Nisa 7]
- … Mannen zullen een aandeel hebben in hetgeen zij hebben verdiend en vrouwen zullen een aandeel hebben in hetgeen zij hebben verdiend. En vraagt om Allah’s overvloed. Waarlijk, Allah kent alle dingen. [An-Nisa 32]